Geschiedenis
‘Almere, gebouwd in de jaren ‘70 op drooggelegde grond, heeft veel te bieden. Niet alleen vanwege de unieke geschiedenis, maar vooral ook door de bijzondere architectuur, groot winkelaanbod en prachtige natuurgebieden.’ (ThisisHolland, sd)
Als we terug in de tijd willen gaan naar het begin van Almere, hoeven we niet lang te reizen. Almere is namelijk pas ontstaan in 1971. In dit jaar werd de naam ‘Almere’ voor het eerst gebruikt. Van oorsprong waren de Ijsselmeerpolders vooral bedoeld als landbouwgrond. Na de Tweede Wereldoorlog werd het echter al snel duidelijk dat de bevolking van met name Amsterdam voor een deel ergens anders moesten gaan wonen. Men ontwierp twee steden in de polders ‘Oostelijk Flevoland’ en ‘Zuidelijk Flevoland’. Lelystad werd als de stad van Oostelijke Flevoland benoemd en Almere als de stad van Zuidelijk Flevoland. Echter in het begin werd Almere nog ‘Zuidweststad’ genoemd. Uiteindelijk is de eerste aanzet voor de bouw van Almere gegeven op 30 september 1975. De eerste mensen die zich ‘Almerenaren’ mochten noemen, bewoonden in november 1976 een huis in Almere.
Waarom ‘Almere’?
De stad Almere is vernoemd naar het water ‘Almere’. In de Middeleeuwen was dit een meer en lag op de plek waar nu het IJsselmeer ligt. Volgens anderen is ‘Almere’ een Germaanse naam voor ‘groot meer’, waarbij het woorddeel ‘mere’ verwijst naar het woord ‘meer’. Het Germaanse ‘ala’ verwijst naar het woord ‘al’, wat in samengestelde woorden ‘groot’ of ‘erg’ betekent. Almere kan je dus ook vrij vertalen als een groot meer. Almere, ook wel ‘Aelmere’ wordt voor het eerst genoemd in een heiligleven over de Angelsaksische bisschop Bonifatius. Hierin word vermeld dat de Ierse bisschop in 753 vanaf de Rijn over een water genaamd ‘Aelmere’ richting Friesland voer.
‘Eventually he reached the marshy country of Frisia, crossed safely over the stretch of water, which in their tongue is called Aelmere’ (Fordham University, sd)
De Oostvaardersplassen
De Oostvaardersplassen vormen een groot natuurgebied dat is ontstaan na drooglegging van de Flevopolders in 1950-1968. Het gebied omvat een oppervlak van zo’n 56 km2. Het gebied rijkt tussen Lelystad en Almere. De plassen zijn van groot belang op zowel internationaal als nationaal gebied. Het moerasachtige gebied is namelijk een overwinteringsplaats voor veel vogels. Het gebied is beperkt toegankelijk en beschikt over wettelijke toezicht en bescherming. De Oostvaardersplassen worden beheerd door het Staatsbosbeheer. In het gebied leven buiten de velen vogels ook uitgezette runderen, edelherten en paarden, die hier leven zoals hun voorouders dat deden. De dieren worden er niet gevoed wat leidt tot volledige natuurlijke wijze van leven. Ze zullen het dus op eigen houtje moeten doen. Tot vandaag de dag zijn de Oostvaardersplassen een staatsnatuurmonument. Al sinds 1999 verdiende het gebied een Europees diploma voor Natuurbeheer, een soort gouden plak gegeven door de Europese raad.